Column van een pleegzorgbegeleidster
Soms overvallen dingen me aan dit werk. De meeste dagen doe ik mijn werk gewoon, zoals ik gewend ben en sta ik niet steeds stil bij alle nare dingen die mijn cliënten constant meemaken. Ik weet het wel, ik ben me er zeker bewust van, maar om hen goed te kunnen helpen, kan ik niet steeds verdrietig zijn om alles wat onze pleegkinderen hebben moeten meemaken.
Deze week had ik het wel weer eens. Dat gebeurt zo af en toe. Nu was ik, na best even afwezig te zijn geweest, weer terug en ik had een gesprek met één van mijn oudere cliënten. Een jonge meid van 19 jaar. Ze had in mijn afwezigheid wel een vervanger gehad, maar daar had ze maar een paar gesprekken mee gehad en ze wilde liever wachten tot het voor haar vertrouwde gezicht weer terug was. Best begrijpelijk, als je al een hele hoop hulpverleners hebt versleten in je jonge leven.
Vragen
Tijdens dit gesprek vertelde ze me dat ze haar dossier had ontvangen, zowel van de jeugdbescherming als van ons. Ze had het zitten lezen, een klein stukje nog maar, en ze hoopte dat ze wat dingen met mij mocht bespreken. Dat mag natuurlijk altijd.
Zo had ze een paar vragen. Klopte het wel dat haar moeder vroeger veel alcohol had gedronken, want eigenlijk zegt iedereen in haar omgeving dat dit niet klopt? En waarom stond er dat haar diagnose eigenlijk niet helemaal zeker was, maar dat haar Jeugdbeschermer er met haar behandelaar voor koos dat maar wel zo te noemen, om haar te ontschuldigen vanwege haar toch al lage zelfbeeld? En zo nog een paar vragen, die een meisje van haar leeftijd nooit zou moeten hoeven stellen. Ik zag haar daar zitten, het kleine grote meisje, dat antwoorden wilde, maar de antwoorden eigenlijk ook veel te moeilijk vond om alleen te verwerken. Want ze moet ook dit helaas alleen doen, omdat ze de antwoorden die haar ouders haar zouden geven niet vertrouwt.
Dankbaar
Ik bied haar aan om de rest van het dossier een keer samen door te nemen, zodat ze haar vragen gelijk kan stellen en zodat ik, zo goed als voor mij mogelijk, eventueel wat extra informatie kan terugzoeken van mijn voorgangers. Hier is ze heel blij mee en ze geeft aan dit graag te willen. Daarna krijgen mijn collega’s en ik nog een compliment. Ze is ons dankbaar, want tussen alle regels door zag ze wel dat pleegzorg het beste met haar voor had gehad. Dat wij de waarheid toch wel hadden geweten, ook toen haar familie haar vroeg te liegen tegen ons. Dat wij ons best hebben gedaan haar te begrijpen en dat ze zichzelf herkende in haar verslagen. Ze vertelt me dat ze niet had geweten wat er van haar terecht was gekomen als wij er niet waren geweest.
Emotie
Het doet me goed dat ze vindt dat wij het goed hebben gedaan, maar tegelijk voel ik verdriet over dat we nodig waren en dat zij dat ook zo ziet. Ik doe mijn best me groot te houden. Het lukt aardig geloof ik, maar toch laat ik een klein stukje emotie zien. Een stukje van mij als mens, in plaats van alleen maar van haar pleegzorgbegeleider. Even een hand op haar schouder en wat woorden om haar te laten weten dat het zo ontzettend knap is wat ze doet, ondanks haar start in het leven.