Mijn naam is Mirjam (40) en ik ben getrouwd met André (42). Wij zijn de trotse ouders van vier kinderen. Twee zoons van 16 en 14 jaar en sinds 3,5 jaar ook van onze pleegdochter Lynn (9 jaar) en pleegzoon David (7 jaar).
Een grote rugzak aan emotionele bagage
Augustus 2017 veranderde ons leven. Nadat we de cursus voor pleegouders hadden afgerond hebben we een aantal maanden beschikbaar gestaan voor crisisopvang. In augustus kwam ‘het telefoontje’. We hebben een zusje en een broertje waar we dringend een plekje voor zoeken. En daar kwamen ze, twee dagen later. Een klein meisje met een grote apenknuffel in haar armen. Ze wilde niet verder komen dan de deurmat en blies naar ons als een katje. Haar broertje een klein schuchter mannetje die zodra de deurbel ging, wegkroop onder de bank. Een klein tasje met kleding, de apenknuffel en een speelgoedauto. En wat droegen ze een grote rugzak met emotionele bagage!
Het doel van de plaatsing was crisisopvang. In eerste instantie zes weken, wat al snel drie maanden werd. Met verschillende instanties werd gewerkt aan een plan om het bij hen thuis weer op de rit te krijgen zodat de kinderen weer naar huis, naar hun moeder konden. Dan komt er een maand na de plaatsing een telefoontje van de politie. Er was geen thuis meer voor de kinderen… Van crisisopvang werd het na goed overleg een blijvende plaatsing.
Een verrijking voor het gezin
Wat hebben ze ons veel gebracht! Lynn en David zijn een verrijking van ons gezin. Ze brengen veel vreugde en gezelligheid. Wat zijn de kinderen veerkrachtig en wat is het mooi om te zien hoe ze zich ontwikkelen. Van onzekere, bange, hyper alerte kinderen naar over het algemeen ontspannen kinderen die zich steeds meer ontwikkelen, passend bij hun leeftijd. En ja, er zijn dagen dat het helemaal niet loopt. Dat het vragenuurtje niet stopt en er honderd vragen in een uur gesteld worden, gewoon vragen om te vragen. Of dat we ineens kabouters in huis hebben omdat er dingen gebeuren die echt helemaal niemand heeft gedaan zoals die tekening met Labello op de spiegel, het bed onder de glitterlijm of de zeeppompjes leeggemaakt en gevuld met water. Dagen dat de normale dingen kunnen leiden tot confrontaties. Als we dan ’s avonds bij de bedden van de kinderen staan en wij kijken naar hun slapende hoofdjes, dan kijken we af en toe terug en zien dat meisje wat blies als een katje en dat bange jongetje en zeggen tegen elkaar: “Wat zijn we ver gekomen! Wat zijn al onze kinderen een verrijking van ons leven!” En dan geven we ze een kus op hun voorhoofd en beginnen we de volgende dag gewoon weer opnieuw!