'Hoe voelt dat nou, zo’n pleegkindje?’ vroeg een collega onlangs aan mij. ‘Wat voor soort liefde geef je hem?’ Ik moest daar even over nadenken. Niet omdat ik het niet wist, maar omdat ik daar zelf nog nooit over had nagedacht. Zijn er überhaupt verschillende soorten liefdes? Ja natuurlijk zijn die er. Je houdt van je partner op een andere manier dan van je kinderen. Oma is weer een ander verhaal, laat staan je beste vriend. ‘Wij houden van hem zoals jij van jouw kinderen houdt,’ antwoordde ik. Ze knikte begrijpend, maar ik zag ongeloof in haar ogen.
Houden van een kind dat niet van jezelf is?
Ik snap dat wel. Je moet het meemaken om het te kunnen voelen. Voordat wij ons eerste pleegkindje in huis hadden, had ik dezelfde vraag. Kan dat? Houden van een kind dat niet van jezelf is? Lukt het om het vanuit jezelf de liefde te geven dat zo’n kindje verdient? Misschien zijn er ook wel pleegouders die op de automatische piloot voor een kindje zorgen, vanuit de wetenschap dat het misschien niet altijd bij je blijft. Maar eerlijk gezegd kan ik het me niet voorstellen. Die kleine kinderen zijn erop getraind om maximaal aan je te hechten. Het is een natuurlijk instinct om ervoor te zorgen dat je ze geeft wat ze nodig hebben.
Aan den lijve ondervonden
Ons mannetje, van bijna anderhalf jaar oud, is een meester in het contact zoeken. Niet alleen met ons, ook met vreemden. Het charmeoffensief begint vaak met een bescheiden zwaaitje waarbij hij zijn arm uitstrekt en vervolgens zijn vingers heen en weer beweegt. Als het contact dan eenmaal gelegd is, wordt het slachtoffer binnen gehengeld met geknipper van zijn prachtige lichtblauwe ogen en een onweerstaanbare glimlach. Je bent verloren als hij daarna met zijn onverstaanbaar maar serieus ogende gebrabbel zijn levensverhaal aan je vertelt.
De mensen die als een blok voor hem vielen en waar we door hem mee in gesprek raakten, stelden de vraag over liefde niet. Die hadden het zojuist aan den lijve ondervonden.
Gerard van Gemert