Verwarring

Gerard van Gemert is kinderboekenschrijver en pleegvader.

Iedere maand deelt hij zijn belevenissen in de wereld van pleegzorg en over het opvoeden van een pleegkind.

In de eerste vier jaar dat hij bij ons was, noemde Binkie ons consequent opa en oma. Dat was logisch. Wij hebben een oma- en opa-achtige leeftijd, Binkie zag zijn moeder nog af en toe en dat maakte het onderscheid tussen haar en ons een stuk eenvoudiger. Daarnaast hebben we kleinkinderen in dezelfde leeftijd als Binkie en ook voor hen was het op deze manier erg overzichtelijk.

Maar Binkie wordt ouder, gaat naar school en speelt dus regelmatig met andere kinderen uit zijn klas. De ene keer bij hen thuis en de andere keer bij ons. Al die kinderen wonen bij hun vader en moeder. Ergens achter in het hoofd van Binkie is in de loop van dit schooljaar iets ontstaan waardoor hij snapt dat Ellen en ik dezelfde rol vervullen als de vaders en moeders van zijn vriendjes en vriendinnetjes. Hij zegt het niet met zoveel woorden, maar uit dat door ons steeds vaker mama en papa te noemen. Wij laten het gaan, want het is een natuurlijk proces. Om het helder te houden, noemen we zijn mama nu zijn buikmoeder.

Kinderen zijn flexibel. Ze buigen heel makkelijk mee als iets anders is dan ze gewend zijn. Binkies klasgenootjes kennen ons als opa en oma. Sommigen van zijn vriendjes en vriendinnetjes die bij ons komen spelen vragen weleens aan Binkie waar zijn papa en mama zijn. Dan antwoordt hij droog: “Nou hier.’ En dan wijst hij naar ons. Blijkbaar is dat in een kinderbrein heel logisch, want er wordt niet verder gevraagd. Ook niet als Binkie mij in één zin opa en papa noemt.

Volwassenen hebben daar iets meer moeite mee. Afgelopen weekend waren we in de Efteling en stonden we in de rij voor de Carnaval Festival. Dat betekent ruim een halfuur langzaam opschuiven. Automatisch krijg je contact met de mensen om je heen. Voor ons stond een gezin met drie kinderen. De moeder had al een keer contact met Binkie. Hij heeft een guitig koppie met rood haar, maakt makkelijk contact en kletst graag. Die combinatie zorgt ervoor dat mensen hem snel aanspreken. Maar aangezien Binkie niet het meest geduldige kind op aarde is, zocht hij afleiding toen het hem te lang duurde. Oma, hoelang duurt het nog? Papa, mag ik hieraan hangen? Opa, wil je me dragen? Mag ik een snoepje, mam? De moeder voor ons luisterde mee en ik zag aan haar lichaamshouding dat ze in de war raakte. Maar ze vond het blijkbaar, zoals we wel vaker meemaken, net even te brutaal om te vragen hoe de situatie in elkaar zat. Ook ik verveelde me in de rij en gooide er nog meer verwarring in. ‘Geef het papiertje maar aan oma’ of ‘Vraag maar even aan mama.’ Ik zag dat de moeder het raadsel met de vader deelde, want die zakte af in onze richting en luistervinkte mee. Totaal verward stapten ze in de karretjes. En dan moesten ze ook nog acht minuten naar het liedje van de Carnaval Festival luisteren. Het leven valt niet mee.