Olifantenhuid
Het is somber weer en ik rijd naar huis vanuit de rechtbank na een heftige zitting. Normaal zijn pleegzorgbegeleiders daar niet bij, maar nu ben ik er wel, op verzoek van de jeugdbeschermer. De pleegouders voelen zich hier niet veilig, omdat de moeder en stiefvader van hun pleegkind al meerdere keren hebben geprobeerd hen te beschuldigen van mishandeling van hun kind (wat uiteraard grondig is onderzocht, want zulke beschuldigingen nemen we zeker niet luchtig op). Daarnaast kan deze stiefvader dreigend zijn en is er net weer een periode achter de rug waarbij moeder op een geheime locatie heeft gezeten vanwege geweld thuis, waarbij ook de pleegouders thuis veiligheidsmaatregelen moesten opvolgen en zelfs een paar dagen op een ander adres moesten blijven vanwege dreigementen.
Onder druk gezet
Zo’n zitting gaat me niet in de koude kleren zitten. Zeker omdat de rechter nu het onderzoek en advies van de Raad van de Kinderbescherming heeft opgevolgd om de moeder uit het ouderlijk gezag te ontzetten. Hij vroeg me ook nog eens om mijn mening tijdens de zitting. Dat maakt het voor mij nog moeilijker, want ik wil dan natuurlijk eerlijk antwoord geven. In deze zaak betekende dit dat ik heb gedeeld dat ik heb gezien dat deze moeder veel van haar kind houdt en probeert haar best te doen om bij bezoeken bijvoorbeeld lekker voor haar te koken en dat ze probeert mijn adviezen tijdens die bezoeken op te volgen in contact met haar. Ik heb echter ook gezien dat het haar niet voldoende lukt om beslissingen in het belang van haar kind te maken. Zo heeft ze de laatste tijd bijvoorbeeld via berichten haar dochter onder druk gezet om toch weer contact te hebben met haar stiefvader door haar cadeautjes te beloven. Terwijl ze eigenlijk al eerder had aangegeven hem niet meer te willen zien. Die moeilijke beslissing heeft ze genomen toen haar moeder, nadat ze voor de derde keer bij hem weggegaan was, toch weer terug was gegaan naar haar partner.
Mentale mishandeling
Haar dochter wil moeder heel graag zien, maar ze durft nu wel te zeggen dat ze haar stiefvader NIET wil zien. Omdat ze bang voor hem is. Omdat ze vele jaren flink mishandeld is. Van die mishandeling heb ik in mijn gesprekken met haar al verschillende nare voorbeelden gehoord. Helaas is het voor haar moeder heel moeilijk om daaraan gehoor te geven en heeft ze geen afspraken voor een bezoek gemaakt met de jeugdbeschermer. Ik vind dat ik niet anders kan dan ook die informatie delen, want als ik dat niet doe, laat ik onder mijn neus de mentale mishandeling verder gaan.
Berichtenstroom
Een paar dagen later komt het. De verwachte berichtenstroom - die verschillende betrokken hulpverleners in deze zaak al vaker hebben gehad – komt op gang. Ik ben een leugenaar, een racist en ik heb trauma’s uit mijn verleden, waardoor ik nu kinderen weg wil halen bij hun ouders. Ik ben een geldwolf, die alleen maar meer kinderen uit huis wil, zodat ik meer verdienen kan. Ik verpest het leven van gezinnen, ik roof kinderen bij hun ouders weg en hun verdriet maakt me allemaal niks uit. Ik heb me totaal niet ingezet voor deze zaak, dus ik weet helemaal niet waar ik het over heb. Ik moet maar goed gaan oppassen, want ze zijn de strijd nu gestart en ik zal het, net als alle andere hulpverleners (er zijn nog meer kinderen bij betrokken) nog wel gaan voelen.
Geraakt
Na alle jaren in dit werk heb ik inmiddels best een olifantenhuid gekweekt. Ik kan wel wat hebben. Ik weet ook dat er veel verdriet achter de woorden van ouders zit. En dat ze soms rare sprongen maken, omdat ze zich machteloos voelen. Dat lijkt me vreselijk, ik realiseer me dat ook zij het in de wirwar van jeugdzorg echt niet makkelijk hebben. Toch moet ik slikken. De berichten raken me. Los van het feit dat je veel beter buiten de jeugdhulpverlening die vetpot aan salaris kan zoeken, is de rest ook niet waar. Ik weet het, maar toch voel ik het. Ze pakken me precies waar het me raakt. Ik ben altijd bang dat ik mensen te kort doe, omdat ik weet hoeveel impact mijn werk heeft en hoe belangrijk het is om het goed te doen.
Moeder weer zien
Deze zaak houdt me al jaren flink bezig, niet alleen in uren op het werk, maar ook in mijn gedachten als ik thuis ben en ‘s avonds nog even wakker lig. Ik weet best dat het niet hoofdzakelijk om mij gaat in zo’n belangrijk verhaal, maar dit soort reacties is echt een onderdeel van mijn werk dat ik moeilijk vind. Op zulke momenten is het altijd fijn om lieve collega’s achter te hebben die je begrijpen, een gedragswetenschapper die je verhaal even wil aanhoren en een leidinggevende die je steunt. En niet te vergeten… dit meisje mag binnenkort haar moeder weer zien, op de manier zoals zij dat graag wil.
*𝘝𝘢𝘯𝘸𝘦𝘨𝘦 𝘱𝘳𝘪𝘷𝘢𝘤𝘺 𝘳𝘦𝘥𝘦𝘯𝘦𝘯 𝘸𝘰𝘳𝘥𝘦𝘯 𝘦𝘳 𝘧𝘪𝘤𝘵𝘪𝘦𝘷𝘦 𝘯𝘢𝘮𝘦𝘯 𝘨𝘦𝘣𝘳𝘶𝘪𝘬𝘵.