Klein hummeltje

Het is eindelijk gelukt, ik ben er zo blij mee! We hebben een plek en wat voor één! Een mooie, fijne, warme, stabiele plek. Waar dit kind zo’n behoefte aan had, waar ze recht op heeft. Waar eigenlijk elk kind behoefte aan heeft en recht op heeft. Maar de start was zo anders…

Net geboren

Ze werd aangemeld toen ze nog maar een paar uur oud was. En hoewel je na jaren jeugdzorg wat eelt op je ziel zou moeten kunnen kweken, is me dat nog steeds niet genoeg gelukt. Een paar uur. Wat een leven. Ouders waren niet in staat voor haar te zorgen, geen stabiliteit en geen vooruitzicht op een snelle verbetering van hun situatie. Dus daar ging ze, mee uit het ziekenhuis. Een klein hummeltje in een maxi-cosi achter in de auto, aan crisispleegouders de taak om haar welkom te heten in de wereld. 

Het eeuwige dilemma

En dan begint het pas. Voor het kleine meisje en ook voor ons. Aan het werk om te kijken hoe we vanaf daar verder gaan. De crisis mag niet te lang duren, weten waar je aan toe bent is voor iedereen belangrijk en het kindje gaat zich hechten. Het is de bedoeling dat ze zich hecht aan mensen waar ze langere tijd zal blijven. En daar ontstaat het dilemma. Want gaat ze vanuit de crisis naar haar papa en mama? Zullen ze het redden om binnen korte tijd hun leven op de rails te hebben? Of moeten we gaan kijken naar een gezin voor langere tijd? Een gezin waar ze op kan groeien? En waar doen we dan goed aan? Snel overplaatsen naar een gezin waar ze op kan groeien, zodat ze zich in elk geval niet hecht aan de crisis pleegouders? Of wachten of het ouders toch lukt, in de hoop haar een overplaatsing te besparen? Het eeuwige dilemma. 

Ouders gingen aan de slag. Pleegouders ook. Het meisje deed wat ze moest doen: ontwikkelde zich, was vrolijk, sliep en at goed. Het is een veerkrachtig kindje, een meisje om trots op te zijn, zo mooi gemaakt. Maar helaas – ik stap over naar de tegenwoordige tijd – blijkt dat het haar papa en mama niet lukt om binnen een paar maanden hun leven zo te organiseren dat ze een baby kunnen verzorgen. En wij moeten op zoek naar een langdurige plek voor haar. 

Nou zou je zeggen: dat is gesneden koek. Een baby, daar heb je zo een plek voor! En het klopt dat veel aspirant pleegouders open staan voor juist de jongere kinderen, maar ook dat brengt uitdagingen met zich mee.  Want och zo’n kleintje, daar gaat je hart van open, dat hecht zich niet alleen aan jou, daar hecht je je zelf ook aan. Soms al binnen een paar minuten. Een kwetsbaar wezen in je gezin, waar je zo goed mogelijk voor zorgt, maar dat toch echt niet jouw kind is. Het is het dochtertje, het kleine meisje, van haar papa en mama. En al is het ze binnen die paar maanden niet gelukt hun leven babyproof te maken, misschien lukt het ze binnen een jaar wel. En dan gaat ze toch terug naar hen, waar ze thuis hoort. Eigenlijk willen we dat allemaal: een kindje en de ouders tijdelijk helpen, zodat het kind bij zijn of haar eigen ouders op kan groeien. 

Pleeggezin

Maar wat hebben we nu gevonden dan? Een fijn, warm, stabiel gezin dat dit begrijpt. Een gezin dat hun hart op eigen risico en misschien tegen beter weten in, voor haar openstelt. Een gezin dat dit meisje wil verzorgen, stimuleren om zich te ontwikkelen, liefde en nabijheid geven, maar haar ook weer los willen laten als haar ouders het toch weer aan zouden kunnen. En mocht dat moment niet komen, dan mag ze blijven. Zulke verhalen maken dit werk zinvol. Zulke pleegouders maken de wereld mooier.