Hé, jij daar!
Blog van pleegmoeder Josje
Hé jij daar! Heb jij het ook gezien via de sociale media kanalen? De verhalen in de krant, schrijnende situaties die besproken werden in talkshows, de verhalen op Facebook, Instagram? Ho wacht even, denk je, waar heb je het over? Nee, niet over corona of over de laatste sportprestaties op het circuit of op het voetbalveld. Ik heb het over de week van de pleegzorg!
We zijn nu een aantal weken verder en misschien zit het nog wel in je hoofd. De vraag naar gewone gezinnen, naar mensen met een liefdevol hart en een open deur. Gewone mensen met ruimte in hun hart en een plekje in hun huis. Jawel zeg je, ik heb het voorbij zien komen inderdaad, maar ja, ik ben niet zo’n ster in opvoeden. Of ik heb het financieel niet zo breed dus ik kom vast niet door de screening. Ik bezit geen auto en mijn boodschappen shop ik bij een discounter. Of… vul zelf maar in. Het kan ook zijn dat je dit leest en denkt: ja maar Josje, ik vind het zó zielig om dit mijn eigen kinderen aan te doen, een kind in huis halen met weet ik niet wat voor problemen allemaal. Het is ontzettend knap hoor, maar waar begin je aan?
Gewoon
Nou, waar ik aan ben begonnen, wil ik graag met je delen. Want ik ben ook maar een hele gewone (pleeg)moeder. Ik woon in een gewoon rijtjeshuis en wij hebben een gewoon inkomen. De uitstapjes die we doen zijn gewoon naar het park, het bos of naar het strand, soms eens het zwembad of een speeltuin, maar de grote uitjes zijn voor ons ook echt speciaal. We dragen gewone kleding, vaak gescoord bij de kringloop en mijn achttien jaar oude autootje is ook heel gewoon. We gaan elke dag gewoon op de fiets naar school, ook als het regent en onze boodschappen zijn ook gewoon niet zo bijzonder.
Klinkt het gewone je saai in de oren of denk je: hé maar zo gewoon ben ik ook!
Hoe komt een gewone pleegmoeder dan toch door de screening heen? Omdat er geen groot huis nodig is, omdat er geen dure uitstapjes gedaan hoeven te worden, omdat een oude auto handig is maar geen must, maar bovenal omdat het gewone bijzonder genoeg is.
Voor heel veel kinderen is een gewoon liefdevol gezin helemaal niet zo vanzelfsprekend. Zo’n huis waarbij je binnen stapt en aan de sfeer voelt dat het er fijn is. Zo’n huis waarin je ruzie kunt maken, maar waar het ook weer goedgemaakt wordt. Een huis waar boze buien mogen zijn, maar waar ook plezier gemaakt wordt. Een huis waar altijd voldoende eten in de kast is en met elkaar thee drinken en over je schooldag vertellen iets heel gewoons is. Een huis waar speelgoed is en waar je leert hoe ermee te spelen. Een huis waar aandacht is om voor boekjes te lezen als je tot rust wilt komen. Een huis waarin liefdevolle armen zijn die je oppakken als je valt. Een huis waarin je een pleister krijgt als je een kapotte knie hebt, opgeplakt met handen die tegen je zeggen: ik troost je. Een huis waarin je geknuffeld word, ook als je je in woede laat gaan. Een huis waarin je veilig kunt gaan slapen omdat er niemand is die je kwaad zal doen.
Welk kind heeft jouw liefde nodig?
Zouden niet alle kinderen het recht hebben op zo’n thuis? Gewoon omdat zij er niet zelf voor gekozen hebben waar hun wieg stond? Gewoon omdat zij ook verlangen naar een thuis voor wie zwak is en gekwetst. Een thuis voor wie bang is en verdriet heeft. Een thuis voor zich alleen voelt en geborgen wil zijn. Een thuis waarin je gekoesterd word en geaccepteerd zoals je bent. Een thuis waar je niet veroordeeld wordt met welke verhalen je ook komt.
Het zijn van die basale dingen, misschien voor jou die het gewoon goed hebt, heel vanzelfsprekend. Zet je bezwaren eens opzij en durf te dromen: welk kind heeft jouw liefde nodig? Over welke gebroken ziel kun jij je ontfermen?
Ingewikkeld?
Is het niet heel ingewikkeld om pleegouder te zijn?
Jawel, dat is het zeker. Met alleen een hoop liefde kom je er meestal niet. Deze gekwetste kinderen doen een groot beroep op je geduld, op je tact, op je energie, op je tijd, op je aandacht. Maar denk eens na over de diepe vreugde die het jouzelf geeft als iemand zijn tijd voor jou heeft, als iemand zijn aandacht geeft als jij met iets loopt, als iemand het geduld met je heeft om je te helpen als je ergens niet uitkomt. Als je graag zo iemand in je netwerk hebt, kun je dan voor een ander ook zo iemand zijn?
Deel je (t)huis!
De diepe vreugde als ik kijk naar de stralende lach op het gezicht van mijn vrolijke pleegdochter, valt moeilijk in woorden te vangen. Wat loop ik over van trots als ze een kleine angst overwint, laat staan een grote. Wat kan ik blijdschap voelen als mijn kinderen elkaar omarmen en pret maken zonder te kijken wie er bloedverwanten zijn en wie niet.
Voelt het anders: ‘eigen’ kinderen (biologisch dan hè) of pleegkinderen? Voor mij niet. Ik hou van allemaal even veel. Ik zou niet weten hoe ik minder liefde kan voelen voor degene die in mijn hart is gekropen in plaats van onder mijn hart is gegroeid. Maar dat hoeft niet, er zijn ook pleegouders die dat verschil wel duidelijk voelen en dat mag ook. Je hoeft de liefde voor je eigen vlees en bloed niet te verloochenen. Ook niet te vergelijken. Desondanks kan dan toch de deur van je hart open staan, kunnen er toch twee liefdevolle moeder of vader armen zijn. Liefde hoeft niet langs de meetlat en kun je ook niet met een schaartje knippen. En vergeet niet dat liefde ook kan groeien, en uit ervaring zeg ik: zál groeien. Want als een kind eenmaal in jouw bedje slaapt, in jouw huis leeft, om jou heen loopt, in jouw tuin speelt en, al is het maar af en toe, een kus of omhelzing aan je geeft, dan weet je: ik zorg niet alleen voor jou, ik geef ook echt om jou. Ik leg die liefde niet op de weegschaal maar koester hem. Open je wereld, deel uit van je liefde, deel van wat je hebt: deel je (t)huis!